Bij de eerste etappe van de UCI Track Nations Cup in Jakarta lag Tjon En Fa er op 26 februari in de zestiende finales uit. Hij herstelde zich tijdens de tweede stop in Caïro en werd op 17 maart vijfde, nadat hij het schopte tot de kwartfinales.
Voor de Surinaamse baanwielrenner begon het zondag nog veelbelovend. Hij klokte namelijk 9,593 seconden in de kwalificatie. Onder de 37 sprinters was dat de op één na snelste tijd. Alleen zijn World Cycling Centre-teamgenoot Nicholas Paul was sneller: 9,575. Samen met de Pool Mateusz Rudyk (9,615) en de Australiër Matthew Glaetzer (9,622) plaatste het duo zich rechtstreeks voor de achtste finales.