Het benoemen en reshuffelen van (nieuwe) ministers is geen nieuw fenomeen en vindt haast bij elke regering plaats die aan de macht is. Ook is dit te merken tijdens de regeerperiode Santokhi-Brunswijk. Het reshuffelen van ministers lijkt eerder een onderdeel van het politiek proces te zijn. Hoewel het reshuffelen van ministers de continuïteit van beleid ondermijnen kan, kan het ook leiden tot een gebrek aan tijd, consistentie en efficiëntie.
Nieuwe ministers hebben na de reshuffling zeker 6 tot 12 maanden tijd nodig om bekend te raken met hun portefeuilles, ambtelijke werkcultuur en de uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd. Zij kunnen bijvoorbeeld nieuwe prioriteiten stellen, andere beleidsmaatregelen invoeren of lopende projecten van de vorige minister herzien of ervoor kiezen deze niet voort te zetten. Als gevolg daarvan kunnen er nieuwe uitdagingen worden veroorzaakt en stagnatie optreden in het actieve beleidsplan.