De geschiedenis leert ons dat op de plantage Mariënburg in het district Commewijne op 30 juli 1902, zestien Brits-Indische contractarbeiders door de Nederlandse koloniale machthebbers in koelen bloede werden geëxecuteerd. De Nederlandse Handelmaatschappij kocht omstreeks 1880 in Suriname een zestal, door de afschaffing van de slavernij verlaten plantages aan de Commewijnerivier en begon daar een suikeronderneming, waarbij de fabriek op de voormalige plantage Mariënburg werd geïnstalleerd…