Het is reeds geruime tijd wetenschappelijk bewezen dat bossen de snelheid van klimaatverandering vertragen. Ze verminderen de hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) in de atmosfeer, doordat ze meer CO2 opnemen dan afstoten. Aangezien de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering de overvloed aan koolstofdioxide in de atmosfeer is, leidt ontbossing rechtsstreeks tot opwarming van de aarde. Volgens de United Nations Environment Program (UNEP) is ontbossing en degradatie van bossen verantwoordelijk voor 11 procent van carbon-emissies.
Tekst: Stefanie Shibikie Lauchman
Status percentage bosbedekking Suriname
Volgens een rapport van het World Wild Fund for Nature (WWF) eerder dit jaar, daalt de bosbedekking in Suriname jaarlijks met 0,06 procent. Suriname beweert bij monde van president Chan Santokhi tot op heden nog te beschikken over 93 procent bos. Hij wordt hierin ondersteund door minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM). Menigeen binnen de klimaatverandering beweging, plaatst echter vraagtekens hierachter. Zo ook Erlan Sleur, voorzitter van de milieuorganisatie Probios. Dat Suriname nog 93 procent bos heeft, verwerpt de milieuactivist naar het rijk der fabelen. Hij stelt dat dit percentage reeds geruime tijd gedaald is.
Stanley Betterson, directeur van de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), maakt korte metten met de beweringen dat de bosbedekking in Suriname inmiddels significant onder de 93 procent ligt. “Volgens de laatste metingen hebben wij 92,6 procent bos, afgerond 93 procent bos dus”, zegt Betterson. Hij geeft aan dat de laatste meting dit jaar nog plaats heeft gevonden. Hij kon echter geen concrete tijdsspanne aangeven. Wel zegt hij dat de monitoring op een constante basis plaatsvindt.
Hetzelfde rapport van het WWF vermeldt verder dat Suriname uitblinkt op het gebied van mijnbouw-gerelateerde ontbossing. Helaas, niet in positieve zin. Ten opzichte van andere veroorzakers van ontbossing, heeft Suriname het hoogste percentage ontbossing als gevolg van mijnbouwactiviteiten. Het gaat om een percentage van 28,5 procent, wat overeenkomt met een oppervlakte van 527 km².
Zowel Betterson als Dasai erkennen dat de illegale mijnbouwsector verantwoordelijk is voor grootschalige ontbossing in Suriname. “Helaas kunnen wij als SBB hier niet veel aan doen. Wij zijn namelijk verantwoordelijk voor houtkap die voldoet aan de Wet Bosbeheer. Mochten wij houtblokken aantreffen die illegaal zijn, dan is het vermoeden meestal dat dit verkregen is door illegale mijnbouwactiviteiten. Dit wordt dan in beslag genomen en er worden rapporten opgemaakt en doorgestuurd naar de procureur-generaal”, legt Betterson uit. Volgens hem is het de verantwoordelijkheid van de pg om verder maatregelen te treffen tegen degenen die zich schuldig maken aan illegale houtkap.
Betterson is echter van mening dat er tegen deze overtreders vaak niet in voldoende mate wordt opgetreden. Hij vindt dat overtreders met fluwelen handschoenen worden behandeld doordat het individu vaak een boete betaalt maar daarna wel het hout weer in bezit krijgt. “Mensen moeten worden gewezen op hun verantwoordelijkheid door strenge, zakelijke consequenties te verbinden, dan zullen ze het wel afleren”.
Dasai geeft aan dat er een project wordt uitgevoerd samen met het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) dat bekend staat als “Improving Environmental Management in the Mining Sector of Suriname (EMSAGS). Het doel hiervan is kleinschalige goudmijners te trainen in de toepassing van milieuverantwoorde mijnbouwtechnologieën en duurzame ontbossing te stimuleren.
ACTO-top, heeft Suriname tegengestemd om ontbossing tegen te gaan?
In augustus van dit jaar vond de tweedaagse Amazon Summit plaats in Belém, Brazilië. Deze werd bijgewoond door de acht landen die op 3 juli 1978 de Treaty for Amazonian Cooperation (TAC) getekend hebben. De landen vormen thans de Amazon Cooperation Treaty Organization (ACTO). Het gaat om de landen waar het Amazone regenwoud geworteld is te weten: Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela. Tijdens de summit kwamen de staatshoofden/afgevaardigden bijeen om zich te buigen over stappen om het Amazonewoud te beschermen.
Sleur gaf aan voorafgaand aan de bijeenkomsten op 8 en 9 augustus, tezamen met duizenden andere milieuactivisten, aanwezig te zijn in Belém. Volgens hem was het doel hiervan om pressie uit te oefenen op de leiders van de verschillende landen om de juiste beslissingen te maken in het belang van de Amazone-bossen.
Naar zeggen van Sleur is er bij monde van een Braziliaanse CNN-journalist uitgelekt dat Suriname, Guyana en Bolivia tegen een belangrijk voorstel van president Luiz Inácio Lula da Silva van Brazilië, gestemd hebben. Het zou gaan om een voorstel om tegen 2030 te stoppen met alle ontbossing in de Amazon-landen.
Sleur zegt dat er wel andere voornemens getekend zijn waarbij de landen “op eigen tempo” ontbossing tegen zullen gaan. De milieuactivist is echter van mening dat dit dweilen met de kraan open is, omdat er geen concreet verdrag is met tijdsdoelen zoals in het initieel voorstel van de Braziliaanse president.
Milieuminister Dasai geeft aan samen met minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), aanwezig te zijn geweest op de summit. Dasai ontkent met klem dat Suriname tegen enig voorstel in het belang van het tegengaan van ontbossing heeft gestemd. “Suriname heeft juist ondersteuning gevraagd aan Brazilië om ontbossing tegen te gaan. Dit omdat ons buurland geavanceerde technologie gebruikt om de exacte locaties van ontbossing te lokaliseren”, zegt de bewindsman. Volgens hem is de steun ook toegezegd aan ons land. Dasai hekelt de verkeerde berichtgevingen in de media en beweert geen idee te hebben hoe Sleur aan deze informatie komt.
Dit artikel is gepubliceerd met de ondersteuning van Climate Tracker’s Caribbean Climate Justice Journalism Fellowship.