De Nationale Democratische Partij heeft kennis genomen van de verhogingen van de president en vicepresident, ministers en onderministers, departementsdirecteuren en onderdirecteuren, de rechterlijke macht, inclusief de procureur-generaal en baart de partij ernstige zorgen.
De financieel-economische situatie in het land is één waar salarissen van de ambtenaren en andere loontrekkers niet toereikend zijn om in het minimale levensonderhoud te voorzien en nog minder om de kwaliteit van het leven te verhogen. De regering zou erop moeten toezien dat er een evenwichtige spreiding van de koopkracht en de versterking daarvan is. Zij creëert met de voorgenomen verhoging van het eigen inkomen juist willekeur. Met deze handeling geeft de regering blijk van lak te hebben met het leed van de werkende klasse. Dit kenmerkt slecht bestuur en bewijst dat de regering niet solidair is met het volk dat dagelijks talloze offers brengt om het hoofd boven water te houden.