Dit verhaal is fictie en alle omstandigheden zijn puur toeval. Daarnaast zijn de namen die gebruikt worden in dit verhaal fictief en hebben geen specifieke betekenis.
Op een ministerie werkte Sjaak als ambtenaar. Hoewel hij geen grote creativiteit of innovatieve ideeën had, was hij wel bekend om zijn geniepige gedrag jegens zijn collega’s. Hij roddelde en saboteerde hen waar hij kon, in de hoop zo zelf hogerop te komen. Tot ieders verbazing kreeg Sjaak dan ook een gelegenheid om hogerop te promoveren.