In een recente ontwikkeling heeft het Constitutioneel Hof (CHof) een belangrijke beslissing genomen met betrekking tot het nieuwe Wetboek van Strafvordering, dat op 23 november 1977 werd vastgesteld. Advocaten Milton Castelen en Murwin Dubois dienden namens hun cliënten een verzoek in bij het CHof om de wet te toetsen op verenigbaarheid met het recht op non-discriminatie en het recht op een eerlijk strafrechtelijk proces. Het CHof heeft vandaag zijn beslissing hierover bekendgemaakt na zorgvuldige behandeling.
Onverenigbaar
Een cruciaal onderdeel van het nieuwe Wetboek van Strafvordering, namelijk artikel 366 in relatie tot artikel 369, is door het Constitutioneel Hof als onverenigbaar bevonden met het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) en het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM). Dit betreft specifiek het recht van een verdachte om hoger beroep aan te tekenen.