De wijziging van de wet BTW is vrijdag met de kleinst mogelijke meerderheid door het parlement heengeloodst. Met 26 stemmen voor en 12 tegen is het parlement akkoord gegaan met het wetsvoorstel om de heffingsgrondslag van btw te verbreden. Met de verbreding van het heffingsgrondslag van 30 procent naar 60 procent, zullen nu meer consumptiegoederen onderhevig zijn aan btw. Het btw-tarief bedraagt 10 procent. Op nutsvoorzieningen zoals stroom, water en gas geldt nu een tarief van 5 procent. Voorheen werd daarop geen btw geheven. Op brandstof geldt nu in plaats van 5 procent het btw-tarief van 10 procent.
De totale oppositie verzette zich tegen de wijziging van de wet btw, omdat hiermee de druk van prijzen van meer consumptiegoederen op de bevolking groter wordt. Ondanks kritieken over welke goederen en diensten wel of juist niet onderhevig worden aan btw, is de regeringscoalitie uiteindelijk overstag gegaan met de wijziging van de wet BTW. Politiek was dat verwachtbaar, omdat goedkeuring van de wetswijziging een belangrijke “prior action” van het IMF is. De regering moest hieraan voldoen om straks de finale goedkeuring te krijgen van het IMF uitvoerend bestuur van het onlangs bereikte staff-level akkoord.