Op 7 juni 1989 werd Suriname getroffen door een vliegramp die het land diep schokte. Een vliegtuigongeluk kostte het leven aan 178 mensen. Het tragische incident wierp al snel vragen op over de kwalificaties van de piloot, die achteraf bleek te beschikken over een verlopen vliegbewijs.
Het vliegtuig, een DC-8 van Surinam Airways (SLM), stond onder het gezag van kapitein Will Rogers. Ondanks onbetrouwbare omstandigheden en het ontbreken van de vereiste toestemming besloot Rogers om gebruik te maken van het Instrument Landing System (ILS) voor de landing. Dit leidde tot drie mislukte landingspogingen voordat het noodlottige moment zich voordeed. Bij de vierde poging werd een automatische waarschuwing (Ground Proximity Warning System – GPWS) genegeerd, waarbij het vliegtuig op slechts 25 meter hoogte twee bomen raakte. Het vliegtuig kantelde om zijn lengteas en stortte om 04.27 uur lokale tijd ondersteboven neer.