De regering heeft haar zoveelste prijsverhoging bekendgemaakt. Dit keer geldt een hoger watertarief per 1 juli; de dag dat de slavernij in het land werd afgeschaft. Hoewel de regering aangeeft dat ze de subsidie wenst af te bouwen vanwege het IMF-programma, geeft ze ook aan dat er met de vrijgekomen middelen andere zaken moeten worden bewerkstelligd. Ondanks het feit, dat Suriname in de top 5 van de wereld staat wat betreft schone bronwaterreserves, blijkt nu ook dat eigen grondstoffen de bevolking geen voordeel meer bieden.
Water is niet alleen belangrijk voor huishoudelijke doeleinden, maar wordt ook veel gebruikt in de industrie. Wat de regering bij dit soort essentiële zaken over het hoofd ziet is, dat ze geen bedrijf is en andere taken heeft dan een normale onderneming. Ze brengt de bevolking nu in een rap tempo op dezelfde hoogte als de commerciële markt met alle gevolgen van dien voor de samenleving.
